The Holy See

Constantijn de Grote

 St. Paus Silvester I

St. Helena Augusta

Mithras

Nag Hammadi

Nag Hammadi

Nag Hammadi (Arabisch: نجع حمادي, transliteratie: Nadj` Hammadi; in de Klassieke Oudheid Chenoboskion, Grieks Xηνοβόσκιον, genoemd) is een plaats in Egypte met circa 30.000 inwoners in 2011. De plaats ligt langs de Nijl in het gouvernement Qina.

In 1945 vond een boer hier de Nag Hammadigeschriften in een kruik op een begraafplaats van een tot ruïne vervallen klooster. Dit betrof een zeer oude christelijke tekst.

 

Nag Hammadigeschriften

De ligging van Nag Hammadi
Het geheime boek van Johannes.

 

 

Laatste pagina van het Thomas evangelie.

 

 

De vondst van oude gnostische teksten uit de begintijd van het christendom bracht een schokgolf teweeg. Ze waren in de vierde eeuw door de kerk verboden en hadden vernietigd moeten worden. Maar monniken van een klooster bij Nag Hammadi verstopten ze in een kruik en begroeven ze. Het duurde nog tot 1945 tot ze weer gevonden werden. Uit die teruggevonden teksten komen een heel andere Jezus en een heel andere visie op de mens tevoorschijn dan die we kennen uit het kerkelijke christendom. Jezus is daar geen wonderen doende god, maar een boodschapper die de mens oproept zichzelf te herinneren: 'Mens sta op en herinner jezelf'. Kern van de gnostische zienswijze is dat in elk mens een innerlijk weten van liefde woont, de gnosis. Maar die gnosis kan verduisterd raken. De gnostiek als spirituele traditie biedt de mens een weg naar de bevrijding van de liefde in hemzelf. Met zijn heldere en toegankelijke manier van schrijven maakt Bram Moerland de betekenis van deze teksten stap voor stap duidelijk.

 

Nag Hammadi in Egypte.

Een boer, Muhammad geheten, was in dat jaar bezig de vruchtbare aarde van een oud kerkhof in grote manden te laden met de bedoeling die daarna over zijn eigen akker uit te gaan strooien. Het oude kerkhof – dat allang niet meer in gebruik was – lag in de buurt van een ruïne van een klooster uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Tijdens zijn graafwerkzaamheden stuitte de boer plotseling op een grote aarden kruik. Hij vroeg zich af wat zich daarin zou kunnen bevinden. Muhammad vertelde dertig jaar later aan Gilles Quispel, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht, zijn verhaal:

•••

In december 1945 heb ik de kruik gevonden bij de berg Hamra Dun. Rond zes uur ‘s morgens, toen ik aan het werk ging, vond ik deze kruik. En nadat ik hem gevonden had, kreeg ik het gevoel dat er wat in zat. Dus bewaarde ik de pot, en omdat het die ochtend koud was besloot ik hem achter te laten en later weer op te halen om te kijken wat erin zat. In feite ben ik diezelfde dag nog teruggegaan, en ik sloeg de kruik stuk. Maar eerst was ik een beetje bang, omdat er wel eens wat in zou kunnen zitten – een jinn, een boze geest. Ik was alleen toen ik de kruik stuksloeg. Ik wilde wel dat mijn vrienden erbij zouden zijn. Nadat ik hem stukgeslagen had, ontdekte ik dat er boeken met verhalen in zaten. Ik besloot mijn vrienden op te halen om het hun te vertellen. Wij waren met z’n zevenen en we beseften meteen dat dit iets te maken had met de christenen. En wij zeiden dat wij er eigenlijk totaal niets aan hadden – voor ons was het gewoon waardeloos. Dus heb ik het hier naar de geestelijk leider gebracht en deze zei dat wij er werkelijk niets mee konden doen. Voor ons was het gewoon rommel. Dus heb ik het mee naar huis genomen. Sommige boeken zijn verbrand en ik heb geprobeerd er een paar van te verkopen. [1]

•••

Muhammad verdeelde de overige boeken onder zijn vrienden. Deze ontdekten al snel dat er handel in die boeken zat. Een voor een verschenen ze op de zwarte markt van Egyptische antiquiteiten en langzaam druppelden ze de westerse wereld binnen. Daar ontketenden ze niet minder dan een sensatie onder westerse geleerden. Want dit waren manuscripten van oude en verloren gegane teksten uit de eerste eeuwen na Christus! De vondst bleek maar liefst te bestaan uit 52 teksten.

Het heeft nog ongeveer dertig jaar geduurd voordat al deze geschriften, althans wat er nog van over was, toegankelijk werden voor internationaal wetenschappelijk onderzoek. In 1977 verscheen een complete vertaling in het Engels, in 1988 gevolgd door een verbeterde uitgave: The Nag Hammadi Library. [2]

Er is ondertussen ook een complete Nederlandse vertaling verschenen van Jacob Slavenburg en Willem Glaudemans: Nag Hammadi Geschriften. [3]

Onder de 52 geschriften die bij Nag Hammadi gevonden werden, bevond zich een tekst die wordt aangeduid met de titel Evangelie van Thomas. Daarvan waren tot voor de vondst bij Nag Hammadi alleen enkele losse fragmenten overgeleverd. In de kruik van Nag Hammadi bevond zich een geheel compleet exemplaar. Daarin vinden we de volgende verrassende versie van het verhaal van het schaap en de herder (Thomas 107):

•••

Jezus zei:

Het koninkrijk is als een herder die honderd schapen had.

Een van hen, de grootste, ging ervandoor.

De herder verliet de negenennegentig

en zocht naar die éne,

tot hij hem vond.

En nadat hij zich al die moeite had getroost

zei hij tegen het schaap:

Jij telt voor mij meer dan die negenennegentig.

•••

Het meest opvallende is wat hier ontbreekt: er wordt niet gezegd dat de herder het schaap terugbrengt naar de kudde! Of het schaap nu wel of niet naar de kudde terugkeert doet er dus kennelijk niet toe. Dat is althans niet waar het hier om gaat. Waar het wel om gaat is dat het verdwenen schaap door de herder geprezen wordt en zelfs door de herder verkozen wordt boven de schapen die in de kudde achterblijven: ‘Jij telt meer voor mij dan die negenennegentig.’

 

De Nag Hammadigeschriften zijn een verzameling teksten uit de begintijd van het christendom die in 1945 gevonden werden in Midden-Egypte in het plaatsje Nag Hammadi (Arabisch: نجع حمادي, transliteratie: Nadj` Hammadi; in de Klassieke Oudheid Chenoboskion, Grieks Xηνοβόσκιον, genoemd).

In 1945 vond een boer deze geschriften in een kruik op een begraafplaats van een tot ruïne vervallen klooster. Men veronderstelt dat deze verzameling geschriften deel uitmaakte van de bibliotheek van een vroeg-christelijk Pachomiaans klooster. De gevonden teksten dateren uit de 1e eeuw tot 4e eeuw. Ze zijn in het Koptisch geschreven op papyrus en gebonden in leren kaften. Er zijn 13 boeken. Zo’n gebonden boek wordt een codex genoemd. Sommige teksten zijn geheel compleet, van andere zijn er alleen losse fragmenten. De teksten kwamen uiteindelijk terecht in het Koptisch Museum in Caïro, waar ze nog steeds zijn. In 1977 verscheen een vertaling in het Engels.

Er zijn 51 verschillende teksten. Daarvan waren er 41 tot dan toe onbekend, al wist men van sommige wel dat ze bestaan hadden omdat ze geciteerd werden door wel bekende schrijvers uit de eerste eeuwen. De meeste teksten zijn ontstaan in een gnostiek milieu (of stonden onder redactie van gnostici), maar er zijn ook enkele hermetische geschriften en een fragment uit de Republiek van Plato. Voor zover de teksten betrekking hebben op het christendom, gaat het om geschriften die apocrief zijn verklaard, en daarom geen deel uitmaken van het Nieuwe Testament. De Nag Hammadigeschriften zijn niet dezelfde als de Dode Zeerollen, gevonden bij Qumran op de Westelijke Jordaanoever.

De Nag Hammaditeksten zijn nu de belangrijkste bron voor onderzoek naar de gnosis en de relatie tussen gnostiek en het vroege christendom.

 

Achtergrond tot de begraving van de geschriften

In de vierde eeuw ontstonden er religieuze spanningen in en rond Alexandrië omdat het orthodoxe christendom zich versterkt profileerde tegen de heterodoxe stromingen en tegen het neoplatonisme. In het jaar 367 werd door de bisschop van Alexandrië Athanasius zijn 39ste zogenaamde paasbrief opgesteld, waarin voor het eerst de volledige canon van het Nieuwe Testament zoals dat nu bestaat werd opgeschreven. Theodorus, de opvolger van Pachomius en hoofd van de Pachomiaanse kloosters te Nag Hammadi en omgeving, vertaalde de paasbrief van zijn vriend Athanasius.

Hij heeft waarschijnlijk aangedrongen op vernietiging van de volgens Athanasius niet-canonieke geschriften in zijn klooster. De meeste onderzoekers denken dat kloosterlingen uit Nag Hammadi als reactie daarop deze teksten uit de bibliotheek van hun klooster hebben verwijderd en in een kruik onder grond hebben gestopt, met de bedoeling de teksten te behouden in afwachting van betere tijden. In 1945 werden ze weer gevonden.

De vondst

Een boer, Muhammad Ali geheten, wonend in Nag Hammadi, in Egypte, was in 1945 bezig de vruchtbare aarde van een oud kerkhof in grote manden te laden met de bedoeling die daarna over zijn eigen akker uit te gaan strooien. Het oude kerkhof - dat allang niet meer in gebruik was - lag in de buurt van een ruïne, waarvan we ondertussen weten dat die van een klooster geweest moet zijn uit de eerste eeuwen na Christus. Tijdens zijn graafwerkzaamheden stuitte de boer plotseling op een grote aarden kruik. Hij vroeg zich af wat zich daarin zou kunnen bevinden. Muhammad vertelde dertig jaar later aan Gilles Quispel, hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht, zijn verhaal:

In december 1945 heb ik de kruik gevonden bij de berg Hamra Dun. Rond zes uur 's morgens, toen ik aan het werk ging, vond ik deze kruik. En nadat ik hem gevonden had, kreeg ik het gevoel dat er wat in zat. Dus bewaarde ik de pot, en omdat het die ochtend koud was besloot ik hem achter te laten en later weer op te halen om te kijken wat erin zat. In feite ben ik diezelfde dag nog teruggegaan, en ik sloeg de kruik stuk. Maar eerst was ik een beetje bang, omdat er wel eens wat in zou kunnen zitten - een djinn, een boze geest. Ik was alleen toen ik de kruik stuk sloeg. Ik wilde wel dat mijn vrienden erbij zouden zijn. Nadat ik hem stukgeslagen had, ontdekte ik dat er boeken in zaten. Ik besloot mijn vrienden op te halen om het hun te vertellen. Wij waren met z'n zevenen en we beseften meteen dat dit iets te maken had met de christenen. En wij zeiden dat wij er eigenlijk totaal niets aan hadden - voor ons was het gewoon waardeloos. Dus heb ik het hier naar een geestelijk leider gebracht en deze zei dat wij er werkelijk niets mee konden doen. Voor ons was het gewoon rommel. Dus heb ik het mee naar huis genomen. Sommige boeken zijn verbrand en ik heb geprobeerd er een paar van te verkopen.

Muhammad verdeelde later de boeken onder zijn vrienden. Ze ontdekten al snel dat er handel in die boeken zat. Een voor een verschenen ze op de zwarte markt van Egyptische antiquiteiten en langzaam druppelden ze de westerse wereld binnen. Ondertussen bevinden de meeste teksten zich in een museum in Caïro. Het heeft ongeveer dertig jaar geduurd, na de vondst, voordat al deze geschriften, althans wat er nog van over was, toegankelijk werden voor internationaal wetenschappelijk onderzoek.

Vertalingen en uitgaven

Oorspronkelijk in het Grieks geschreven zijn de Nag Hammadigeschriften later vertaald in het Koptisch en ze kennen daardoor nog vele Griekse leenwoorden. In 1984 is een integrale vertaling in het Engels verschenen, onder toezicht van de UNESCO, James M. Robinson, The Nag Hammadi Library in English. Inmiddels zijn deze geschriften ook in het Nederlands verkrijgbaar (Ankh-Hermes, vertalers: Jacob Slavenburg en Willem Glaudemans).

Inhoud van de Nag-Hammadi-geschriften

Tot de gnostiek uit de oudheid behoren bijvoorbeeld het Evangelie van Maria Magdalena, het "Evangelie van de Waarheid", het "Geheime boek van Johannes" en het "Gebed van de apostel Paulus". Ook bevond zich daartussen het Evangelie van Thomas, een verzameling uitspraken van Jezus, gericht tot zijn leerlingen en toegeschreven aan de apostel Thomas.


 

Hieronder volgt een lijst van alle geschriften gesorteerd per codex:

De Nag Hammadigeschriften zijn te verdelen in:

  1. geschriften over Jezus Christus
  2. geschriften over Hermes Trismegistus
  3. scheppingsmythen
  4. openbaringen
  5. verlossingsteksten

Geschriften over Jezus Christus (23)

Geschriften over Hermes Trismegistus (3)

Scheppingsmythen (6)[bewerken]

Openbaringen (7)[bewerken]

Verlossingsteksten (8)[bewerken]

Overige fragmenten van Nag Hammadi